38 meter lang en 160 ton zwaar: 'Uniek transport' over de Zuid-Willemsvaart
In dit artikel:
Een binnenvaartschip heeft donderdag een reusachtige trommel van Duitsland naar Son gebracht over de Zuid-Willemsvaart. Het stalen gevaarte is ongeveer 38 meter lang, 5,60 meter in diameter en weegt zo'n 160 ton. Schipper Jacco de Beijer voer met zijn schip Gendtia het object via Tiel en Den Bosch naar Jansen Infra in Son; de totale reis besloeg circa 270 kilometer en ging langs zo'n 170 bruggen en 19 sluizen over Rijn, Waal, Maas en diverse kanalen. Voor de overtocht waren ontheffingen nodig omdat het schip breder is dan gebruikelijk.
Bij Jansen Infra werd de trommel donderdagavond en -nacht met twee grote telescoopkranen gelost; vrijdag zou hij worden geplaatst en de komende decennia gebruikt worden om uit oud asfalt grondstoffen terug te winnen en te recyclen. Directeur Jan Busser benadrukte dat hij bewust voor vervoer over water koos: vervoer over de weg met zo'n lading zou veel hinder en logistieke problemen opleveren (onder meer te lage verkeerslichten, bruggen en lastige manoeuvres bij rotondes).
De schipper zegt dat zulke transports voor zijn schip goed te doen zijn en dat het laden over water veel minder overlast geeft voor het verkeer. Daarnaast stoot de binnenvaart volgens hem minder stikstof en CO2 uit dan een vergelijkbaar aantal vrachtwagens. Ook Jean-Pierre Dubbelman van Koninklijk Binnenvaart Nederland noemt dit transport een goed voorbeeld van de kracht van de binnenvaart: een vol schip kan 100–120 vrachtauto's vervangen en zo files, onveilige situaties en milieubelasting beperken.
Op de Zuid-Willemsvaart varen dagelijks zo'n 20–30 vrachtschepen die grote hoeveelheden grondstoffen voor onder andere de agrarische en voedingsindustrie vervoeren; gezamenlijk vervoeren zij volgens Dubbelman evenveel als ongeveer duizend vrachtwagens. Het geval in Son illustreert zowel de praktische voordelen van watertransport voor extreem grote ladingen als het bredere belang van de binnenvaart voor bereikbaarheid en milieu.