Postzegelverzamelen verliest jongeren, maar oudere fans houden vol

In dit artikel:

In de Maaspoorthal in Den Bosch trok de 95‑jarige ’s‑Hertogenbossche Filatelistenvereniging verzamelaars uit het hele land voor een jubileumbeurs. Het beeld is vooral herkenbaar: rijen tafels, stapels albums en veel oudere mannen die met loep en pincet postzegels bekijken — een levendig maar vergrijzend gezelschap.

Onder de bezoekers was Wim Teeuwissen (61) uit Huizen, die zichzelf grijnzend als “misschien wel de jongste” bestempelt terwijl hij op zoek is naar ontbrekende zegels. Hij geniet van het compleet maken van zijn collectie maar betreurt het gebrek aan jongere generaties en twijfelt of postzegels als belegging nog toekomst hebben. Jan de Swart uit Eindhoven (90) verzamelt al ruim tachtig jaar, vooral treingedeelten; zijn hobby begon in 1943 met een envelop uit Curaçao en geeft hem nog altijd zin om te blijven zoeken. Ab de Bruin uit Den Bosch is al tientallen jaren lid van de vereniging, heeft thuis zo’n veertig albums en betaalt gerust tientallen euro’s voor een ontbrekende zegel; voor hem is filatelie een ideale invulling van het pensioen.

Centrale zorg op de beurs is het uitsterven van echte verzamelaars: jonge mensen tonen weinig interesse, waardoor gespecialiseerde clubs vergrijzen. Men is het oneens over de financiële waarde van postzegels: sommige zeldzame exemplaren houden hun prijs, maar algemeen wordt afgeraden te beleggen met de verwachting van gegarandeerde winst. De bijeenkomst illustreert zowel de blijvende passie en het sociale aspect van filatelie als de uitdagingen van een hobby die moeite heeft nieuwe generaties aan zich te binden.