Advocaat over opvanglocatie Boekelsedijk: 'Onmogelijk om aan wensen van alle amendementen te voldoen'
In dit artikel:
De gemeente Maashorst worstelt met het realiseren van een asielopvanglocatie aan de Boekelsedijk in Uden die aan alle wensen van de gemeenteraad voldoet. Advocaat Redmer Keizer, ingehuurd door een groep tegenstanders, concludeert dat het onmogelijk is om aan de zeventien aangenomen amendementen van de raadsvergadering op 15 mei volledig te voldoen. Deze amendementen bevatten wensen en bedenkingen van raadsleden om het opvangplan te verbeteren, onder andere dat het COA de opvang van Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen (AMV’ers) moet beheren met 24/7 begeleiding, en dat asielzoekers zelf koken. Keizer benadrukt dat het college van burgemeester en wethouders waarschijnlijk niet aan al deze eisen kan voldoen, wat kan leiden tot een negatief bindend advies van de gemeenteraad over de opvang aan de Boekelsedijk. Dit advies zou dwingend zijn, waardoor het college de vergunning niet kan verlenen en men verplicht zou zijn een nieuwe locatie te zoeken.
Hoewel de advocaat begrip heeft voor de redelijke aard van de eisen, ziet hij weinig kans dat het gemeentebestuur ze allemaal zal doorvoeren. Het niet nakomen van de volledige lijst maakt een positief raadsadvies onwaarschijnlijk, aangezien raadsleden de belangen van inwoners behartigen en niet gemakkelijk zullen afwijken van hun gestelde voorwaarden. Keizer stelt dat een negatief oordeel niet betekent dat er geen asielopvang komt, maar wel dat deze niet op deze specifieke locatie en in deze vorm gerealiseerd kan worden. Hij noemt de locatie zelf al ongeschikt, wat door vreemden direct zou opvallen.
De gemeente onderzoekt momenteel de impact van de aangenomen amendementen en bereidt een herzien opvangplan voor dat opnieuw aan de raad wordt voorgelegd. Indien alles volgens planning verloopt, zou de nieuwe opvang aan de Boekelsedijk op 1 oktober 2026 moeten starten, als opvolger van de opvang in het Van der Valk-hotel. De uitkomst hangt af van de mate waarin het college aan de raad tegemoet kan komen zonder het plan en de uitvoering te ondermijnen.