Buurt maakt bezwaar, maar volgens zorginstelling kunnen zij het niet beter treffen: 'Hier zitten geen zatlappen, hé?'
In dit artikel:
In Woudrichem is onrust ontstaan rond het pand Molenstraat 10-12, een rijksmonumentaal voormalig postkantoor waar sinds 1 juni een woongroep van zorgorganisatie Bruis Zorg is gehuisvest. Eigenaar Joost de Kok en zorgverlener Brigitte Bruinsma benadrukken dat de locatie rustig en verzorgd is: momenteel wonen er zes cliënten, er is 24 uur professionele begeleiding, dagbesteding en iedere bewoner heeft een eigen slaapkamer met badkamer. De cliënten worden veelal met een busje gehaald; er zou geen parkeer- of overlastprobleem zijn.
Omwonenden hebben echter bezwaar aangetekend tegen het gebruik als zorglocatie en een klein winkeltje. Hun zorgen richten zich vooral op de onduidelijke reikwijdte van de verleende vergunning: volgens hen staat er geen beperking in welke vormen van zorg in het pand mogen plaatsvinden, waardoor ook mensen met ernstige gedragsproblemen zouden kunnen komen en de veiligheid in gevaar zou raken. Daarnaast vinden bewoners dat de gemeente onvoldoende heeft onderzocht of een zorgfunctie past binnen de bijzondere context van vestingstad Woudrichem; de toetsing zou voornamelijk hebben gekeken naar een andere locatie in Veen, die niet vergelijkbaar is vanwege een grote tuin.
De gemeente geeft aan te vertrouwen in de informatie van Bruis Zorg en stelt dat het huidige vergunde gebruik (kamerverhuur) weinig verschilt van zorg en wonen. Toch heeft zij toegezegd te bekijken of in de vergunning een beperking van de zorgverlening opgenomen kan worden. De gemeentelijke bezwarencommissie behandelde de klachten; het definitieve oordeel ligt bij burgemeester en wethouders, die van het advies kunnen afwijken.
De tegenstand past in een langere strijd rond het pand. Het hotel op deze plek sloot definitief in 2014 en daarna is het pand vier jaar opgeknapt. Omwonenden protesteerden eerder ook tegen een serre-aanbouw en de sloop/herbouw van een tuinmuur; zij menen dat daarmee de cultuurhistorische waarde van de vesting is geschaad. Die zaak is nog in behandeling bij de Raad van State.
Het gebouw zelf dateert uit 1905 en heeft neorenaissancistische elementen; het heeft zowel functies van voormalig woonhuis als postkantoor. De kwestie weerspiegelt de spanning tussen de behoefte aan kleinschalige zorgvoorzieningen en zorgen van bewoners over veiligheid en behoud van historisch karakter in een beschermde vestingstad.