De vader van Sonja Holtz-Arendse overleefde acht concentratiekampen: 'Hij was zwaar getraumatiseerd'

In dit artikel:

Bij het herdenkingsmonument in Park Reeburg (Vught) kwamen tientallen nabestaanden, bewoners en leerlingen van basisschool De Springplank bijeen om de Nederlandse slachtoffers van het concentratiekamp Sachsenhausen te gedenken. Duizenden Nederlanders zaten daar gevangen tijdens de Tweede Wereldoorlog; circa 1.400 van hen stierven er.

Sonja Holtz-Arendse hield een toespraak over haar vader Henk Arendse, die tot ieders verbazing acht concentratiekampen overleefde, onder meer Sachsenhausen. Hij werd in dat kamp tewerkgesteld bij het beruchte Klinkerwerk, een grote baksteenfabriek die bekendstond als een ‘vernietigingscommando door arbeid’, waar veel gevangenen binnen enkele maanden bezweken aan uitputting, mishandeling of honger. De ervaringen lieten diepe sporen: Henk bleef zwaar getraumatiseerd, had nachtmerries en sprak zelden over wat hij had meegemaakt. Hij werd op 29 april 1945 om 17:20 uit het kamp vrijgelaten en overleed op 29 april 1994 — op hetzelfde tijdstip — op 84‑jarige leeftijd.

Holtz-Arendse benadrukte dat vrijheid niet vanzelfsprekend is en pleitte ervoor dat kinderen leren luisteren, elkaar met liefde benaderen en beseffen wat vrijheid betekent. Ze sloot af met een levensraad van haar vader: "Heb ogen en oren voor elkaar."