Den Bosch hoeft nog niet te bezuinigen, flinke investeringen in Afvalstoffendienst
In dit artikel:
De gemeente Den Bosch verkeert financieel gezien nog relatief stabiel, in tegenstelling tot veel andere gemeenten die in hun voorjaarsnota al bezuinigingen voorzien. Het structurele tekort wordt verwacht op te lopen tot circa 1,1 miljoen euro in 2029, wat op een begroting van 900 miljoen euro volgens wethouder Mike van der Geld (D66) nog goed beheersbaar is. Een grote uitdaging vormt het zogeheten ‘ravijnjaar’ 2026, wanneer gemeenten minder financiële middelen van het Rijk zouden ontvangen. De voorjaarsnota was opgesteld zonder zekerheid over compensatie vanuit het kabinet, maar recentelijke signalen vanuit Den Haag geven hoop op ondersteuning.
Hoewel er weinig ruimte is voor nieuw structureel beleid, is al wel 57,3 miljoen euro gereserveerd voor verbetering van onderwijsgebouwen, een plan dat recentelijk door de gemeenteraad werd goedgekeurd. Incidenteel beleid krijgt nog aandacht met een budget van 12 miljoen euro, waarvan vijf miljoen wordt gereserveerd voor toekomstige investeringen. De resterende zeven miljoen wordt onder andere ingezet voor de stikstofproblematiek en het versnellen van de ontwikkeling van de brede binnenstad.
Een opvallend dossier is de Afvalstoffendienst, die vorig jaar sterke investeringen vereiste in veiligheid en infrastructuur, zoals aanpassen van de overslaghal en milieustraat. Door jarenlange onderinvestering in voertuigen ontstaan hoge onderhoudskosten en veiligheidsrisico’s. Daarom kiest de gemeente voor grootschalige vernieuwing van het wagenpark met elektrisch aangedreven voertuigen. Vanaf 2025 wordt een laadplein aangelegd (4,2 miljoen euro), gevolgd door de aanschaf van circa 48 elektrische vuilniswagens tussen 2026 en 2029, wat 17,6 miljoen euro kost. Ook de beveiliging van het terrein wordt verbeterd en er wordt overgestapt op duurdere biodiesel.
De eerder gerealiseerde investeringen zijn betaald uit het restant van de jaarrekening 2024. De kosten van toekomstige investeringen worden verwerkt in de tarieven van de afvalstoffendienst, zowel voor bedrijven als deelnemende gemeenten. Ongeveer de helft van deze kosten wordt doorbelast in de lokale afvalstoffenheffing, die daardoor de komende jaren stijgt. Zo gaat het tarief voor huishoudens van 293 euro nu naar ongeveer 320 euro in 2027, waarbij een eerste verhoging plaatsvindt in 2026 met iets minder dan tien euro. Hiermee verwacht de gemeente de noodzakelijke aanpassingen en verduurzaming van de afvalinzameling te kunnen financieren.