Drones boven Brabant: defensie-expert Pieter Cobelens beantwoordt 5 vragen

In dit artikel:

Dit weekend werden twee dagen achter elkaar drones gezien boven vliegbasis Volkel; zaterdagavond leidde een dronevondst tot staandehouding van het vliegverkeer op Eindhoven Airport. Pieter Cobelens, voormalig directeur van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, reageert op wie erachter kan zitten en waarom.

Cobelens vindt een Russische toedracht wel mogelijk maar niet aannemelijk zonder hard bewijs. Volgens hem is de kans groter dat het gaat om avonturiers, kwajongens, hackers of klimaatactivisten die bewust onrust willen veroorzaken of het spannend vinden om te kijken of ze gepakt worden. Staatsactoren zouden eerder satellieten gebruiken voor verkenning; provocaties door buitenlandse diensten zijn wel mogelijk maar dienen zorgvuldig aangetoond te worden.

Het neerschieten van drones, zoals in Volkel zou zijn gebeurd, noemt hij riskant: een misser kan letsel of schade onder mensen op de grond veroorzaken, terwijl de werkelijke dader misschien een onschuldig grapje blijkt. De voorkeur gaat uit naar methoden die drones zichtbaar maken, identificeren en veilig naar beneden halen zonder ontploffing. Cobelens wijst op bestaande technieken — radar, signaaluitpeiling, analyse van onderdelen en frequenties — waarmee eenmaal in bezit genomen drones toegeschreven kunnen worden. Maar daarvoor moeten de toestellen eerst tijdig worden ontdekt en onderschept; op dit moment blijft het een kat-en-muisspel tussen detectie/afweer en degenen die de drones inzetten.