Muziek als erfenis: hoe Astrid haar overleden vader Wim blijft horen
In dit artikel:
Astrid van Dal bewaart haar vader Wim Pors vooral in klanken: de bombast van Ennio Morricone en de marsen van militaire kapellen roepen hem meteen terug. Wim, die in oktober 2015 op 69-jarige leeftijd aan slokdarmkanker overleed, was een harde werker, sociaal en een betrokken echtgenoot, vader en trotse opa. Muziek was voor hem geen bijzaak maar troost en emotie; bij marsen zat hij vaak met tranen te dirigeren.
Twee decennia lang vormde de Nationale Taptoe—eerst in de Chassékazerne in Breda, later in Ahoy Rotterdam—het vaste vader-dochterritueel. Na zijn dood weigerde Astrid opnieuw te gaan: dat moment hoorde alleen bij hen. Wim had twee kanten: een zelfstandige, trotse klusser die zelfs tijdens chemokuren het nieuwe zorgappartement mee opknapte, en een zwijgzame muziekliefhebber die urenlang cd’s beluisterde met een koptelefoon.
Een belangrijk deel van zijn leven was de zorg voor zijn vrouw, die aan een zeldzame spierziekte leed. Hij paste het huis aan, regelde zoveel mogelijk zelfstandig en bleef voor haar zorgen zelfs toen zijn eigen gezondheid achteruitging. Die zorgzaamheid en plichtsbesef stonden boven zijn eigen welzijn, zo vertelt Astrid, die nog herinneringen heeft aan samen behang verwijderen terwijl hij uitgeput was van de behandelingen.
Op zijn uitvaart klonken nummers die hem typeerden—van Queen en Richard Clayderman tot Morricone’s Once Upon a Time in the West—muziek waarmee Astrid hem het meest verbonden blijft. Haar slotwoord vat het samen: “Mijn vader was een stoere man met een zacht hart.” Wanneer een melodie of mars klinkt, beleeft ze hem opnieuw.