'Inwoners niet op de eerste plaats': ook hier zorgen over energiefabriek
In dit artikel:
“Niet de energieprojecten, maar wij als inwoners moeten op de eerste plaats komen,” roepen bewoners van Geertruidenberg, aangevoerd door Ferdi van Dongen en Martijn Kneepkens. Tijdens een drukbezochte slotbijeenkomst in Fort Sint Gertrudis presenteerde een werkgroep van 14 inwoners hun bevindingen over de inrichting van het Amergebied, waar een groot converterstation – een zes hectare grote ‘energiefabriek’ die offshore-windenergie omzet voor het 380 kV-net – gepland is.
De ministers stelden in januari dat de locatie in Geertruidenberg komt te liggen. De fabriek staat gepland voor bouw in 2027 en moet vanaf circa 2031 stroom leveren aan ruim twee miljoen huishoudens. Bewoners maken zich zorgen omdat het project op slechts ongeveer 600 meter van woningen zou verrijzen, wat volgens hen de leefbaarheid en het woongenot aantast.
De werkgroep presenteerde een advieslijn onder het motto ‘minimaliseer de negatieve impact, maximaliseer de leefbaarheid’ en legde vijf niet-onderhandelbare projecten voor om direct te investeren in natuurcompensatie, leefbaarheid en lokale ontwikkeling. Ook benadrukken ze dat de compensatiegelden – 11,7 miljoen euro plus een aanvullend bedrag van 8,6 miljoen – eerst besteed moeten worden aan het gebied dat de hinder ondervindt, in plaats van elders.
De plannen maken deel uit van het grotere energieknooppunt Powerport Moerdijk. Van het haven- en industrieterrein in Moerdijk tot aan de Amercentrale in Geertruidenberg is circa 700 hectare nodig voor energietransitie en bedrijvigheid. Dat roept vergelijkingen op met het verdwijnen van het dorp Moerdijk, wat bij veel inwoners voor onrust zorgt. Waarnemend burgemeester Madeleine van Toorenburg erkent die zorgen, maar wijst erop dat Geertruidenberg vooral bestaande industrie herbestemt voor de energietransitie, in tegenstelling tot de uitbreidingsproblematiek in Moerdijk.
De input van de 14 bewoners uit het Amer Atelier wordt verwerkt in de Amervisie, die naar verwachting in februari 2026 door de gemeenteraad wordt vastgesteld. Ferdi en Martijn zeggen zich voort te blijven inzetten voor leefbaarheid en het verkrijgen van duidelijkheid over hoe de ingrijpende veranderingen lokaal worden gecompenseerd.