Gonnie en Brabantsedag: een liefdesverhaal dat elk jaar mooier wordt

In dit artikel:

In Heeze gonst het dorp in de weken voor de laatste zondag van augustus van zagen en slijpen: daar worden de wagens gebouwd voor de Brabantsedag, dit jaar voor de 66e keer gehouden. De optocht begon in 1958 na een idee van enkele dorpsgenoten in café De Zwaan die meer vermaak wilden; aanvankelijk reden eenvoudige karren, vaak door paarden getrokken, met taferelen uit het boerenleven. Inmiddels trekt de theaterparade jaarlijks zo’n veertigduizend bezoekers en zijn de creaties technologisch veel uitgebreider.

85‑jarige Gonnie van den Hurk is er sinds die allereerste keer bij. Oorspronkelijk uit Geldrop, kwam ze via haar Heezer echtgenoot in het dorp terecht en raakte ze diep betrokken: in de jaren zeventig bouwde ze actief mee met bouwclub Het Volkske. Tegenwoordig kijkt ze het liefst vanaf de tribune, maar is in de aanloop toch vaak aanwezig om haar kleinkinderen te zien repeteren en acteren.

Het thema dit jaar is “carnaval ontmaskerd”; bouwgroepen interpreteren dat verschillend. Winnaar van vorig jaar, groep Hopeloos, toont bijvoorbeeld Roosendaal 1941, toen carnaval verboden werd, met kinderen die scènes oefenen en zo ook iets van Brabantse geschiedenis leren. Voor Heeze is de Brabantsedag een belangrijk bindmiddel: het is een lokale traditie die generaties verbindt en zich door de decennia heeft ontwikkeld tot een publieksfenomeen. Zoals Gonnie het samenvat: “Het wordt nog steeds, elk jaar beter.”