Geen strafrechtelijk pad, maar hulp voor Vughtenaar
In dit artikel:
Sander van D., een 18-jarige jongen uit Vught met autisme en een depressieve stoornis, stond maandag terecht voor poging tot doodslag nadat hij zijn vader probeerde te wurgen tijdens een crisis. Destijds zat Sander op een psychiatrische afdeling van Reinier van Arkel en had zichzelf verwond. Toen zijn ouders hem naar het ziekenhuis wilden brengen om zijn verwondingen te laten hechten, ontstond er ruzie omdat hij niet mee naar huis mocht. Uit woede viel hij zijn vader aan, wat door acht personeelsleden moest worden gestopt. Daarna vluchtte hij en vernielde de auto van zijn moeder.
Psychiater Finkers stelde dat Sanders aanval voortkwam uit zijn psychiatrische stoornissen, waardoor hij niet volledig verantwoordelijk kan worden gehouden. Sander verblijft inmiddels bijna negen maanden in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum in Vught, waar hij baat heeft bij de structuur en behandeling. Er gelden inmiddels verplichte zorgmaatregelen die vermoedelijk verlengd moeten worden, aangezien genezing tijd vergt.
De officier van justitie erkent het gevaar voor de ouders, maar benadrukt ook dat Sander hulp nodig heeft en niet terug hoeft in de gevangenis. Zowel zij, de psychiater als de reclassering pleiten voor behandeling binnen het jeugdstrafrecht, en een celstraf gelijk aan het voorarrest. Advocaat Frencken onderschrijft het belang van zorg en preventie en stelt dat de reclassering een vangnet moet vormen. De rechtbank doet over twee weken uitspraak.