In Tilburg wil niemand het nog hebben over drievoudige moord op familie Verhagen: 'Niet oprakelen alsjeblieft'
In dit artikel:
Op de avond van 17 september 2000 werden in de Reitse Hoevenstraat in Tilburg drie mensen geliquideerd toen twee mannen op een motor bij een rijtjeshuis aanklopten en vervolgens het interieur van een machinegeweer voorzagen. Slachtoffers waren Piet Verhagen (47), zijn vrouw Ria (38) en Piets broer Sjef (39). De vriendin van Sjef overleefde door zich op tijd weg te duiken; het vierjarige zoontje van Piet, dat boven sliep, raakte op slag wees. De aanslag vond plaats vóór een woning aan een druk trottoir in een van Tilburgs monumentale wevershuisjes en schokte de stad zichtbaar — de uitvaart trok veel toeschouwers en een opvallende, witte rouwstoet door de stad.
De politie zette destijds een omvangrijk onderzoek op met zo’n veertig rechercheurs. Al snel richtte verdenking zich op een drugsconflict: Piet Verhagen, bijgenaamd ‘Schele Piet’, was recent vrijkomen na een veroordeling voor xtc-handel en leefde in openlijke vijandschap met de Eindhovense/Eerselse crimineel Peer S. De ruzie zou teruggaan op de moord op Noud Waterschoot in Valkenswaard in 1998 — Waterschoot was zakenpartner van Verhagen — en Verhagen zou S. verantwoordelijk hebben gehouden. In de Valkenswaardzaak werden de uitvoerders veroordeeld, maar de opdrachtgever bleef onduidelijk. Ook dat spoor onderzocht de politie, maar uiteindelijk zijn in Tilburg de daders nooit gepakt; de zaak werd een cold case met nog wel lopende, maar beperkte acties.
De moord paste in een bredere context van geweld rond de drugshandel in die jaren. De Verhagens stamden uit een familie met een lange smokkelaarsgeschiedenis in de Belgisch-Nederlandse grensstreek; generaties lang verdienden zij met illegale handel in alcohol en tabak, later in drugs. Historische wraak en geweld maken deel uit van dat familieverhaal: in eerdere decennia vielen al doden binnen dezelfde familie. Met de verschuiving naar drugs veranderde ook het geweldsniveau en de schaal van afrekeningen.
Tilburgs rechercheurs ervaren beide zaken — de drievoudige moord in de Reitse Hoevenstraat en een eerdere viervoudige moord in Hilvarenbeek (16 juli 1998), waarbij twee onschuldige omstanders, de broers Taminiau, werden gedood — als twee van de meest indringende onopgeloste zaken uit hun loopbaan. Volgens de politie is er inmiddels niemand meer actief bij de dienst die destijds aan deze onderzoeken werkte; het dossier is formeel nog open, maar over concrete verdachten of motieven worden geen mededelingen gedaan vanwege privacy en onderzoeksoverwegingen.
Binnen de familie en omgeving leeft een duidelijke terughoudendheid: men noemt de gebeurtenis een ‘zwart hoofdstuk’ en veel nabestaanden willen er niet over praten. Een dochter van Piet vroeg de media expliciet om het drama niet opnieuw op te rakelen. Journalisten en onderzoekers blijven echter verbanden leggen met de landelijke narco-onderwereld van die periode; in meerdere boeken en reportages is de zaak nader belicht, maar ondanks aanwijzingen is er tot op heden geen rechtsvervolging tegen opdrachtgevers van de Tilburgse moord.