Joost en zijn familie bespelen al 125 jaar de kerkklokken van de Sint-Jan

In dit artikel:

Al meer dan honderd jaar spelen leden van de familie Van Balkom de beiaard in de Sint‑Jan van ’s‑Hertogenbosch. Drie generaties — grootvader Toon (begon op 14‑jarige leeftijd in 1915), vader Sjef en nu Joost — hebben elkaar opgevolgd; Joost nam het ambt in 1988 over nadat hij in de jaren tachtig de opleiding had gevolgd. Wekelijks bespeelt hij de 56 klokken van de toren, waarvan sommige meer dan vierhonderd jaar oud, en brengt daarmee klassiek tot poprepertoire over de stad.

Boven in de toren staat een ouderwets klavier, gebouwd door zijn grootvader, dat Joost gebruikt om stukken te oefenen zonder dat de stad ze hoort. De beiaard zelf speelt hij met zware stokken en pedalen — de klokken blijven nagalmen, waardoor precisie belangrijker is dan snelheid. Joost noemt het instrument eenvoudig van opzet maar met een bijzondere allure, en voelt zich, hoewel onzichtbaar voor het publiek, als een straatmuzikant hoog in de toren.

Hoewel Joost erkent dat hij waarschijnlijk de laatste Van Balkom is die deze traditie voortzet — zijn twee kinderen willen het niet overnemen — zet hij zich in voor behoud van het vak door les te geven aan jongeren en belangstelling te wekken. Dit jaar publiceerde hij het boek Met vuistengestomp en voeten getrap, een combinatie van familieverhalen en duizenden documenten waarin hij de geschiedenis van zijn familie en van de beiaard in Den Bosch onderbouwt; de uitgave valt samen met twee historische mijlpalen: 600 jaar verwijzingen naar een beiaard in de Sint‑Jan en 125 jaar Van Balkoms in het ambt. Joost wil daarmee duidelijk maken dat het spelen van echte klokken nog altijd leeft, ook in een digitaal tijdperk.