Lotfi drukt peuken uit op zijn vrouw, jaar cel geëist
In dit artikel:
In Kaatsheuvel heeft een 41‑jarige Tunesische man, Lotfi H., jarenlang zijn Poolse partner ernstig mishandeld; vorig jaar september vluchtte zij uiteindelijk naar een Poolse barbershop om aan het geweld te ontkomen. De zaak kwam vrijdag voor de rechtbank in Breda, waar Lotfi zelf afwezig was; zijn advocaten stuurden kort voor de zitting Franse stukken waarin werd gesteld dat hij bij zijn stervende vader in Tunesië moest zijn, maar de rechtbank weigerde uitstel en behandelde de zaak zonder hem.
Volgens het dossier escaleerde het huiselijk geweld vooral toen de man vorig voorjaar vermoedde dat zijn vrouw een relatie had. De rechter somde tal van uitingen van mishandeling op: slaan, schoppen, randaleren met spullen, het gooien van een mes, trekken aan haar haar, stukjes haar afscheren, een verbrande sigaret en een gebroken neus. Na haar vlucht werden 35 letsels over haar lichaam vastgesteld. Lotfi ontkent de beschuldigingen, maar justitie vindt de bewijzen overtuigend en eiste een jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Zowel de officier van justitie als twee betrokken deskundigen luiden de alarmbel over de dynamiek in dit gezin: de vrouw weigert vrijwel elk contact met instanties en keert, ondanks advies en hulpaanbod, terug naar haar partner. Dat maakt vroegtijdige interventie bijna onmogelijk. De officier waarschuwde dat als slachtoffers en plegers zich volledig afsluiten en alles achter de voordeur blijft, hulpverleners geen kans hebben in te grijpen — met het risico dat dergelijke zaken kunnen escaleren tot femicide.
De uitspraak is gepland op 28 november. De zaak illustreert een patroon van controle, afhankelijkheid en ontkenning rond huiselijk geweld, en zet opnieuw vraagtekens bij hoe en wanneer instanties effectief kunnen optreden als slachtoffers hulp weigeren.