Verdronken, vernietigd, keer op keer herrezen, maar nu lijkt het echt klaar
In dit artikel:
Het Brabantse dorp dat namesgever werd voor de bekende grensvraag "kom jij van onder of boven de Moerdijk?" kent een lange geschiedenis van overstromingen, oorlog en wederopbouw. Bewoning aan de oever van het Hollands Diep gaat terug tot circa 967; de naam Moerdijk verwijst naar veengrond (moer) die met een dijk werd afgeschermd. Door turfwinning en het open water kreeg het gebied echter steeds meer last van binnendringend water.
De Sint-Elisabethsvloed van 1421 veranderde het dorp in een eiland; pas eeuwen later kwam er via inpoldering weer vaste grond terug en herstelde de visserij zich. De ligging bij een veerpont en later bij spoor- (1872) en verkeersbrug (1936) maakte Moerdijk strategisch belangrijk tussen Brabant en Holland. Die positie bracht tijdens de Tweede Wereldoorlog groot gevaar: na de Duitse inval van mei 1940 werden de bruggen snel bezet, het dorp tot vesting gemaakt en in september 1944 raakten bombardementen en gevechten huizen en burgers. In november 1944 leed Moerdijk zware schade tijdens de gevechten rond de bevrijding; na capitulatie op 9 november was ruim de helft van het dorp verwoest.
Na de oorlog herrijst het dorp langzaam, maar leed opnieuw onder de watersnoodramp van 1953 toen het plaatselijk weer onderliep en slachtoffers vielen. In de jaren zestig bracht de aanleg van een industriegebied westelijk van het dorp economische opleving: werk en welvaart volgden, maar de groeiende industrie en bijbehorende infrastructuur eisten steeds meer ruimte.
Die ontwikkeling heeft het dorp uiteindelijk fataal gemaakt. Deze week besloot het gemeentebestuur rigoureus tot opheffing van het dorp; waar eerdere rampspoeden telkens tot herbouw leidden, lijkt nu het definitieve einde onafwendbaar. Moerdijk blijft daarmee een voorbeeld van hoe strategische ligging en economische ontwikkeling samen kunnen zorgen voor zowel voorspoed als het verdwijnen van een gemeenschap.