Netty (66) is al 17 jaar sociaal werker, huisarts en psycholoog in bruin café D'n Ekker in Best

zaterdag, 16 augustus 2025 (18:38) - BN De Stem

In dit artikel:

Netty Mollen (66) draait sinds 2008 de scepter achter de tap van café D’n Ekker in Best, een traditionele bruine kroeg met een groot terras waar elk jaar het buitenfeest Gekke Ekker plaatsvindt. Ze belandde in het café onverwacht: aanvankelijk werkte ze in een voetbalkantine en had zij niet de intentie het café over te nemen, maar de toenmalige eigenaar Toon Reijnders wilde alleen met haar verder. Daardoor stond de overname op haar naam, iets wat pas tijdens haar scheiding in 2015 volledig duidelijk werd.

De overstap van kantine naar kroeg bleek een wereld van verschil. In de kantine kan een biertje wat gemakkelijker weg worden gezet; in een bruine kroeg ligt de lat hoger: taptechniek, speciaalbieren en consistentie zijn belangrijker. Netty ziet zichzelf niet alleen als uitbater, maar ook als vertrouwenspersoon voor vaste gasten — een soort sociaal vangnet dat problemen en verhalen opvangt.

Dat sociale aspect kent ook moeilijke kanten. In haar eerste jaar confronteerde ze een vaste bezoeker die volgens haar drugs verkocht; na een waarschuwing ontdekte ze later daadwerkelijk cocaïne en zette hem onmiddellijk de deur uit. En vlak vóór de coronasluiting maakte ze iets ingrijpends mee: een vaste gast viel haar seksueel lastig en greep haar, waarna toevallige hulp van een voorbijganger hem uit de kroeg werkte. Ze deed geen aangifte, deels omdat ze zijn oude moeder kende en dat speelde mee in haar beslissing.

Ondanks die incidenten werkt Netty nog steeds met plezier in D’n Ekker en wil ze nog minstens tot haar pensioen doorgaan, al sluit ze niet uit dat ze daarna door zou gaan. Tegelijkertijd ziet ze het voortbestaan van zulke bruine cafés onder druk staan. Consumenten gaan steeds meer naar eetcafés doordeweeks en veranderen gedrag in het weekend, waardoor de klassieke stamkroeg klanten verliest. Strenger toezicht van gemeenten zou volgens haar kunnen helpen om het fenomeen te behouden.

D’n Ekker illustreert de laatste generatie stamcafés: plekken die functioneren als tweede huiskamer, waar de uitbater vaste gezichten kent en de kroeg sociale betekenis heeft, maar die worstelen met veranderend horeca- en uitgaansgedrag. Dit verhaal is onderdeel van een zomerserie over zulke karakteristieke kroegen.