Op jacht in de nacht naar de verborgen schoonheid van minivlinders: zo doe je dat

In dit artikel:

In Zeeland vinden vrijdag en zaterdag op meerdere locaties de jaarlijkse nachtvlindertellingen plaats, waarbij publiek kan meekijken hoe nachtvlinders worden geïnventariseerd. De tellingen worden georganiseerd door lokale vrijwilligers, onder anderen van de Vlinder- en Libellenwerkgroep Zeeland en met locaties zoals Terra Maris die dit jaar publiek toelaten. Wie niet naar een locatie kan, kan thuis met weinig materiaal meedoen: een wit laken en een krachtige lamp (ongeveer 100 watt of meer) bij valavond lokken vaak tientallen soorten; 50 tot 100 soorten is een realistische opbrengst.

Nachtvlinders vallen niet snel op door rustige schutkleuren in grijs-, bruin- en groentinten, maar enkele soorten hebben felle tekeningen op de achtervleugels die pas zichtbaar worden tijdens de vlucht. Ze variëren sterk in formaat: microsoorten kunnen nauwelijks groter zijn dan het topje van een vinger, terwijl grote macro’s zoals de ligusterpijlstaartvlinder een spanwijdte van 9–12 cm bereiken en kleurrijke achtervleugels hebben. Een voorbeeld van een kleine soort is de wilgenroosjevedermot (spanwijdte 10–14 mm). Ook de rupsen kunnen opvallend gekleurd zijn.

Identificatie is tegenwoordig veel makkelijker dan vroeger dankzij apps zoals Obsmapp, Observation en Obsidentify, waarmee waarnemingen ook direct kunnen worden gemeld. Voor nauwkeurige determinatie zijn vaak nog hulpmiddelen zoals een vergrootglas en goede foto’s nuttig; nachtvlinders hebben draadvormige of gevederde antennes zonder de knopjes die je bij dagvlinders ziet.

Ideale omstandigheden voor een telling zijn warm, broeierig en windstil weer, maar geen regen — regen kan lampen doen ontploffen of beschadigen. Wie wil meedoen of locaties zoekt, kan de agenda van de Vlinderstichting raadplegen voor deelnamepunten in Zeeland.