Oud-burgemeester Han van Midden mede veroorzaker onveilige sfeer op Roosendaals stadskantoor, blijkt uit onderzoek

woensdag, 20 augustus 2025 (11:15) - Brabants Dagblad

In dit artikel:

Een recent onderzoek van bureau & Van De Laar, dat woensdagavond wordt gepresenteerd en waar BN DeStem al inzage in had, concludeert dat de bestuurscrisis in Roosendaal jarenlang is opgebouwd door structureel grensoverschrijdend gedrag en een giftige politieke sfeer.

Wat er gebeurde
- VLP-wethouders Evelien van der Star en Arwen van Gestel hebben volgens respondenten grensoverschrijdend en pestgedrag vertoond richting VVD-wethouder Sanneke Vermeulen. Naast negatieve non-verbale communicatie (onder meer problematisch omdat Vermeulen visueel beperkt is) ontwikkelde zich met name tussen Van Gestel en Vermeulen een onomkeerbaar conflict, waarin persoonlijkheidsverschillen en wederzijds wantrouwen een rol speelden.
- Burgemeester Han van Midden (aangetreden eind 2019) wordt mede verantwoordelijk gehouden voor de oplopende spanningen. Onderzoekers spreken van een reeks incidenten waarin bestuurders en ambtenaren zich onveilig of geïntimideerd voelen en constateren dat Van Midden er niet in slaagde de sociale veiligheid te herstellen; gekozen herstelactiviteiten hadden volgens betrokkenen weinig effect. Sinds zijn opvolger Mark Buijs aantrad is er verbetering merkbaar, maar de verhoudingen tussen Vermeulen en VLP-wethouders waren tegen die tijd al te zeer beschadigd: binnen drie maanden na die periode trad Vermeulen af.
- De directe oorzaak van de escalatie ligt volgens het rapport dieper: een jarenlange machtsstrijd tussen de twee grootste lokale partijen (VLP en Roosendaalse Lijst). Die strijd wordt gekenmerkt door persoonlijke aanvallen en publieke verdachtmakingen; andere partijen zouden dit gedrag te veel normaliseren door het te zien als ‘politiek spel’. De VLP voelde zich eerder buitengesloten, maar werd in 2022 de grootste partij en zou sindsdien de ruimte voor oppositie hebben beknot, wat de verharding vergrootte.

Cijfers uit de enquête
- Op het stadskantoor reageerden 352 mensen op een vragenlijst; 55% zegt zelf te maken te hebben gehad met ongewenst gedrag. Veel voorkomende vormen: kleinerende opmerkingen (33%), sabotage/tegenwerking (21%), pesten (17%) en intimidatie (5%).
- 61% zag of hoorde sinds 2020 over ongewenst gedrag bij anderen. De vermeende daders zijn vooral collega’s (59%), collegeleden (33%), directieleden (25%) en raadsleden (11%).
- Meldingsbereidheid is laag: ruim 60% van slachtoffers deed geen melding, en bijna 85% van observanten meldde niets. Belangrijkste redenen zijn het gevoel dat er toch niets gebeurt (35%), angst voor negatieve gevolgen (31%), het idee dat de klacht niet ernstig genoeg is (24%) en gebrek aan vertrouwen in de meldstructuur (23%).

Waarom dit ertoe doet
Het rapport schetst een bestuurlijk klimaat waarin persoonlijke rancune en machtsstrijd de inhoudelijke politieke afwegingen overstijgen en waarin slachtoffers en omstanders terughoudend zijn met melden. Dat ondermijnt de interne sfeer, de samenwerking tussen bestuur en ambtenaren en het vertrouwen in lokale democratische processen. Het onderzoek benadrukt impliciet de noodzaak van sterker leiderschap, betere meld- en opvolgingsprocedures en een cultuurverandering om sociale veiligheid te herstellen.