Partijbestuur houdt Schouwse afdeling Partij voor de Dieren tegen: 'Ons initiatief is lelijk ontploft'
In dit artikel:
Op Schouwen‑Duiveland komt de Partij voor de Dieren niet met een lokale lijst naar de gemeenteraadsverkiezingen: twee initiatiefnemers, Vos Broekema en Menno Bijmolt, zijn door het landelijke partijbureau afgewezen omdat zij dieren houden en in het geval van Bijmolt betrokken zijn bij een landbouwcoöperatie. Het lokale initiatief ontstond een jaar geleden; de groep telde zo’n zestien gemotiveerde mensen en rekende op één zetel bij de verkiezingen van maart volgend jaar. Bijmolt wilde zich verkiesbaar stellen, Broekema zou lijstduwer en campagnestrateeg zijn.
Broekema en Bijmolt voelen zich onheus behandeld. Ze benadrukken dat hun activiteiten — imkerwerk, bestrijding van de Aziatische hoornaar, voorlichting en biodiverse biologische landbouw via coöperatie Kloetse Velden — juist bijdragen aan de doelen die de partij voorstaat. Volgens hen is de landelijke selectie te rigide en reduceert die hun inzet tot het label ‘dierenhouder’. Broekema verwijst ook naar interne discussies binnen de partij over regels voor persoonlijke levensstijl (zoals het niet dragen van leren schoenen), en beide mannen hebben hun partijlidmaatschap inmiddels opgezegd om zich weer op lokale biologische projecten te richten.
Het bestuur van de Partij voor de Dieren zegt niet in te gaan op individuele gevallen, maar stelt principieel dat mensen die dieren doden voor hun werk of hobby niet op de kieslijst komen. Daarnaast hecht de partij aan voldoende politieke ervaring en aan kandidaten die daadwerkelijk bereid zijn raadslid of commissielid te worden. Toen bleek dat de Schouwse sollicitanten niet aan die criteria voldeden, is de selectieprocedure stilgelegd. Trees Janssens, Statenlid voor de partij in Zeeland, bevestigt dat de partij alleen in Middelburg aan de gemeenteraadsverkiezingen meedoet en dat kandidaten strenger worden beoordeeld dan gewone leden.
Het voorval laat zien hoe spanningen tussen lokale activisten met praktische landbouwervaring en het landelijke dierenrechtenbeleid kunnen leiden tot afgebroken lokale politiek initiatief en terugkeer naar niet‑politieke, maatschappelijke projecten.