Pieter en 'Tinus': onze olympische helden gaan 25 jaar terug in de tijd
In dit artikel:
Precies 25 jaar na de Olympische Spelen van Sydney staan de Brabantse prestaties van 2000 nog steeds centraal: van de 25 deelnemende Nederlandse medailles hadden er 20 een Brabantse link. Belangrijke namen uit die periode zijn zwemmer Pieter van den Hoogenband, wielrenster Leontien van Moorsel en paardenamazone Anky van Grunsven.
In Sydney werd op 15 september 2000 het olympisch vuur ontstoken; drie dagen later, op 18 september, boekten Van den Hoogenband en Van Moorsel hun eerste gouden overwinningen — een kantelpunt dat hun levens en carrières blijvend beïnvloedde. Van den Hoogenband veroverde in totaal twee gouden en twee bronzen medailles; Van Moorsel won drie keer goud en eenmaal zilver in het baanwielrennen. Hun successen wekten in Brabant massale trots: scholen stopten de lessen om wedstrijden te volgen en dorpen vierden lokale helden.
De gedeelde Brabantse achtergrond versterkte de band tussen de atleten. Ze werden vaak samen uitgenodigd voor media-optredens en hielden na afloop contact, ook privé — er bestaat zelfs een gezamenlijke WhatsAppgroep. Voor Van Moorsel speelde familie een grote rol: haar ouders reisden naar Sydney om haar te steunen, een herinnering die ze nog altijd koestert. Een anekdote over haar vader tijdens een huldiging illustreert de persoonlijke kant van succes en trots.
Van den Hoogenband is inmiddels Chef de Mission en keek tijdens de Spelen van Parijs (waar het Nederlandse medaillerecord uit Sydney sneuvelde) met trots terug op zijn eigen ervaringen als atleet. Hij voelt nog steeds de verbondenheid met Brabantse medaillewinnaars van toen en nu; recente huldigingen, zoals die van sprintkampioen Harrie Lavreysen, tonen dat die regionale trots voortleeft.
Kort gezegd: Sydney 2000 markeert voor Brabant een hoogtepunt in sporthistorie — zowel door het aantal medailles als door de persoonlijke verhalen en blijvende gemeenschapsbinding die daaruit voortkwamen.