Politie en beveiliging bij herdenking Kamp Vught: 'De spanning neemt toe'
In dit artikel:
Bij de jaarlijkse herdenking van de kindertransporten vanuit Kamp Vught, waarbij in juni 1943 bijna 1300 kinderen onder de zestien jaar werden gedeporteerd en vermoord, was dit jaar extra beveiliging aanwezig vanwege de huidige internationale spanningen, met name rond Israël. Hoewel deze maatregelen zichtbaar en onzichtbaar waren, merkte het merendeel van de aanwezigen er weinig van en stonden ze vooral stil bij de aangrijpende verhalen.
Leerlingen van basisschool De Schalm lazen bij aankomst de namen van alle 1300 kinderen en hun leeftijden voor, een moment van bezinning dat indruk maakte op de bezoekers. Jeroen van den Eijnde, directeur van het nationale monument Kamp Vught, benadrukte het belang van deze herdenking als één van de meest tragische hoofdstukken in de geschiedenis van het kamp. Veiligheid was dit jaar extra aandachtspunt vanwege de toenemende polarisatie en onrust in de samenleving; politie en persoonsbeveiligers waren zichtbaar aanwezig, onder andere rond opperrabbijn Jacobs.
Tijdens de bijeenkomst spraken ook twee tienjarige meisjes van De Schalm over het belang van herinnering en besef van het ongeluk dat deze kinderen trof, waarbij ze de aanwezigen opriepen hun eigen geluk te waarderen. Van den Eijnde wilde met de herdenking vooral het besef versterken dat vrijheid kwetsbaar en niet vanzelfsprekend is, juist in een wereld waarin onveiligheid en conflicten toenemen.
Een bezoeker, Linda, bracht haar emoties onder woorden door een vlinder aan prikkeldraad te hangen als symbool voor iedereen die nu nog in oorlog leeft. Haar man Jerry benadrukte dat deze tragedie nooit vergeten mag worden en dat het belangrijk is dat toekomstige generaties hiervan leren. Hoewel Van den Eijnde erkent dat oorlog wellicht nooit helemaal te voorkomen is, pleit hij voor meer respect en erkenning van vrijheden om zo meer vrede en minder conflicten te bevorderen.