Rijksstatus voor watersnoodwoning: Rob en Toos wonen in stukje geschiedenis
In dit artikel:
Rob en Toos van Lint wonen in een van de zestien houten geschenkwoningen in Lage Zwaluwe, die kort na de Watersnoodramp van 1 februari 1953 door de Zweedse koning Gustaaf Adolf aan Nederland werden gegeven. De huizen, oorspronkelijk in onderdelen in Zweden vervaardigd en in Nederland opgebouwd, boden destijds snel en moderne noodopvang voor slachtoffers; een deel belandde in wat nu de Koning Gustaaf Adolfstraat heet.
Toos (70), in Lage Zwaluwe geboren, groeide op vlakbij de toen pas gebouwde huisjes en trok bijna dertig jaar geleden met haar man Rob (71) in hun huidige woning. Hoewel Toos de ramp zelf niet heeft meegemaakt, hoorde ze de ingrijpende evacuatieverhalen van haar ouders. Voor het dorp brachten de geschenkwoningen na het hoogwater hoop en verstevigd gemeenschapsgevoel — dat onder de bewoners nog altijd sterk leeft. De zestien bewoners onderhouden een hechte, kleinschalige gemeenschap met veel onderlinge hulp en buurtactiviteiten.
Het paar heeft hun huis door de jaren aangepast (onder meer een uitgebreidere woonkamer en een moderne keuken), maar de karakteristieke groene gevel verraadt nog de oorspronkelijke herkomst. Sinds woensdag hebben de woningen de status van rijksmonument gekregen, waardoor behoud voor de toekomst verzekerd moet worden. Rob en Toos zijn trots op die erkenning; bezoekers tonen geregeld belangstelling, waarop Rob als amateurhistoricus de achtergrond uitlegt. Het echtpaar hoopt nog vele jaren in hun watersnoodwoning te blijven wonen.