Rob Jetten leerde bij UDI hoe je de linkerflank bestrijdt
In dit artikel:
Rob Jetten blijkt uit een hechte voetbalstam te komen: het Voetbal International-artikel schetst hoe de familie Jetten generaties lang actief was bij UDI ’19 in Uden, met enkele nazaten die zelfs bij Helmondia ’55 of in de Eredivisie en als internationals terechtkwamen. Namen uit latere decennia die de hogere regionen bereikten zijn onder anderen Earnest Stewart, Adick Koot, Jan Hoefs, Eus Marijnissen en Wim van Cuijk.
Rob zelf was op jonge leeftijd een snelle rechtsback bij UDI ’19, maar koos vroeg voor atletiek — hij liep de 400 meter in 51 seconden en stopte met voetbal ondanks interesse van NEC op zijn vijftiende. Zijn vader Anton wordt in het stuk een clublegende genoemd; ook opa Noud was een opvallende speler bij Helmondia en oom Vic scoorde in 1958 opvallend veel doelpunten (33 in 15 wedstrijden). Archieven op Delpher tonen een lange reeks Jetten-voetballers (Nol, Vic, Noud, Toon, Louis, Gerrit, Jan), allen afstammelingen van Antonius Jetten, de molenaar onder wie UDI in 1919 begon.
Er tekent zich tegelijk een nieuwe generatie af: de 18-jarige Lucas Jetten won vorig jaar de Abdelhak Nouri Trofee als grootste Ajax-talent. Als linksback speelde hij al 46 wedstrijden voor Jong Ajax, nam deel aan de UEFA Youth League en kwam uit voor Jong Oranje. Lucas is een achterneef van Rob en wordt door VI omschreven als razendsnel en slim in het spel.
Het verhaal, geschreven door sportcolumnist Henk Mees, plaatst Rob Jetten niet alleen politiek maar ook sportief in een familiecontext waarin voetbaltraditie en talent generatie na generatie terugkeren.