Stel uit Vlijmen ontkent vlees aan vogels te voeren en gaat in beroep tegen dwangsommen
In dit artikel:
Een echtpaar uit de Achterstraat in Vlijmen krijgt van de gemeente Heusden meerdere dwangsommen opgelegd omdat zij vogels zouden voeren met gehakt en rauw vlees, waardoor grote vogels zoals meeuwen en kraaien worden aangetrokken en overlast ontstaat. Het stel maakt bezwaar tegen het innen van die geldboetes; de man en zijn advocaat lichtten hun kant dinsdag toe bij de commissie bezwaarschriften.
Volgens de advocaat heeft het voeren van gehakt en rauw vlees in het verleden plaatsgevonden — daarvoor werd in 2024 al een dwangsom betaald — maar dat betekent niet dat dat nu nog gebeurt. Hij benadrukt dat er de afgelopen veertien maanden 34 controlebezoeken plaatsvonden; bij 19 daarvan werd niets bijzonders aangetroffen en bij enkele controles werden overtredingen gevonden. Het stel zegt dagelijks overtollig voer rond de kooi op te ruimen en wijst erop dat vogels of grote dieren het voer kunnen verspreiden, bijvoorbeeld doordat meeuwen of kraaien tegen een kooitje springen.
Gemeentejurist en toezichthouders houden vast aan hun observaties en vinden de rapporten betrouwbaar. Zij stellen dat de vrouw doorgaat met het strooien van gehakt in het gras, waardoor de overlast voortduurt en de eerder opgelegde gedragsaanwijzing wordt ondermijnd. De gemeente wijst ook op de onmogelijkheid om continu te controleren: incidentele buitensporige hoeveelheden voer naast de kooi zijn volgens hen geen onschuldige vergissingen maar doelbewuste handelingen die de dwangsommen rechtvaardigen.
Het stel voert als alternatief verklaringen aan: de roze substantie die een toezichthouder als gehakt rapporteerde zou verse zalm voor de oude kat zijn geweest, waarvan de kat soms weer overgeeft. De commissie bezwaarschriften heeft veertien dagen om een advies op te stellen; het college van B&W neemt vervolgens een besluit, maar is niet verplicht het advies over te nemen.
Achtergrond: gemeenten gebruiken dwangsommen om hinderlijk gedrag te stoppen en om risico’s voor openbare orde, hygiëne en veiligheid (zoals het aantrekken van grote vogels) te beperken. De zaak draait vooral om bewijsvoering, handhaafbaarheid en de vraag of de huidige praktijken van het stel nog aanleiding geven tot sancties.