Stilte in het zand: hoe Tibetaanse lama's Vorstenbosch laten onthaasten
In dit artikel:
In de boeddhistische tempel Karma Eusel Ling in Vorstenbosch werken Tibetaanse lama’s van vrijdag tot en met zondag aan een eeuwenoud ritueel: het maken van een zandmandala. Lama Karma Tsultrim Tcheudjoeng en de uit India overgekomen Lama’s Rikjen, Gelek en Karnima leggen korrel voor korrel gekleurd marmerzand uit metalen buisjes (chakpur) op een houten ondergrond. Drie dagen geconcentreerd bouwen resulteert in een ingewikkelde geometrische tekening en in een sfeer die bezoekers als meditatief en rustgevend ervaren.
De bedoeling van de mandala gaat verder dan het kunstwerk: het is een oefening in aandacht, aanwezigheid en loslaten. In een samenleving die veel waarde hecht aan presteren, benadrukken de lama’s dat het proces — de aandacht voor het hier en nu — belangrijker is dan het eindresultaat. Het uiteindelijke weghalen van het zand in de slotceremonie symboliseert vergankelijkheid en het afleren van gehechtheid; daarmee trainen de deelnemers hun ego los te laten en verbondenheid en mededogen te ervaren.
Achtergrondinformatie geeft context: Ria Bello-Mouwen, geboren in Oss en al ruim 30 jaar inwoner van Vorstenbosch, vond zo’n 18 jaar geleden rust in het boeddhisme en werd in 2018 door haar mentor tot Lama Karma ingewijd. Ze organiseert workshops en begeleidt mensen in de tempel, samen met haar partner Ron. In Nederland leven naar schatting 50–60 duizend boeddhisten en tientallen lama’s; de hoogste positie in het Tibetaans boeddhisme bekleedt de Dalai Lama (Tenzin Gyatso). De mandala-ceremonie in Vorstenbosch wil de lokale gemeenschap laten proeven van stilte, heling en de kracht van bewuste aandacht.