'Structureel patroon van onveilig gedrag' in gemeente Roosendaal, blijkt uit rapport over grensoverschrijdend gedrag
In dit artikel:
Onderzoeksbureau & Van de Laar concludeert dat er in de gemeente Roosendaal sprake is van structurele sociale onveiligheid binnen de bestuurscultuur. Het rapport, gepresenteerd na een onderzoek dat in februari startte, beschrijft een patroon van kleinerende opmerkingen, intimidatie, pestgedrag en het verspreiden van informatie waardoor medewerkers zich onveilig voelen. Die onveilige sfeer speelde een rol bij het opstappen van wethouders Sanneke Vermeulen (VVD) in september vorig jaar en later Arwen van Gestel (VLP).
De opdracht tot het onafhankelijke onderzoek volgde nadat meerdere ambtenaren hun onveiligheidsgevoelens naar buiten brachten en de voltallige gemeenteraad om helderheid vroeg. & Van de Laar sprak met meer dan tachtig mensen, hield 113 dieptegesprekken en stuurde een online vragenlijst naar 624 betrokkenen, waarvan 352 reageerden. Op basis van die data en met ondersteuning van de Universiteit Utrecht classificeert het bureau het probleem als structureel: 55 procent van de respondenten gaf aan ervaring te hebben met ongewenst gedrag, terwijl meldingen zeldzaam zijn uit angst voor gevolgen en het idee dat er niets mee gebeurt.
Als belangrijkste oorzaken noemt het rapport jarenlang voortwoekerende politieke spanningen, met name de rivaliteit tussen de VLP en de Roosendaalse Lijst, die zich doorzet van de gemeenteraad naar de ambtelijke organisatie. De komst van de VLP in het college vergrootte die spanning: gedrevenheid en tempoverschillen leidden volgens onderzoekers tot een “giftige cocktail” waarin sommige bestuurders rollen overschreden en ambtenaren hun professionele positie niet meer zuiver konden vervullen. Daarnaast draagt de inrichting van de organisatie bij aan het probleem: autonome teams en onduidelijke vertrouwenslijnen maken dat medewerkers niet weten bij wie ze veilig terechtkunnen; HR wordt soms als te dicht bij de directie gezien.
Het rapport richt zich niet op het afdoen van individuele incidenten maar op patronen van beleving en praktijk. & Van de Laar waarschuwt dat herstel jaren kan duren omdat het vertrouwen diep is aangetast en “misschien wel bijna in het DNA” van de organisatie zit. De onderzoekers doen concrete aanbevelingen: zet een bestuurlijke stuurgroep op om sociale veiligheid te herstellen en te borgen; laat de gemeentesecretaris en directie een leidende, niet-politieke rol nemen in het herstelproces; organiseer extern begeleide de-escalatie tussen partijen; herzie meld- en klachtprocedures en de rol van HR; en zorg voor een ‘moreel beraad’ of onafhankelijk toezicht op normen en waarden.
Burgemeester Mark Buijs reageerde scherp op het vooraf uitlekken van het rapport en noemde dat lekken een teken van de onveiligheid binnen de gemeente; hij vermoedt dat het lek door een raadslid is veroorzaakt en wil daar geen verdere vragen over beantwoorden. Onderzoeksleider Stan van de Laar riep tot slot op het rapport te omarmen en zelfreflectie te tonen, niet om mensen “af te rekenen” maar om ruimte te scheppen voor herstel.
Kortom: Roosendaal kampt met diepgewortelde bestuurlijke en sociale problemen die grotendeels door politiek getouwtrek zijn verergerd. Herstel vraagt volgens de onderzoekers om stevige, langdurige interventies op bestuurlijk, ambtelijk en organisatorisch niveau.