Tranen in Moerdijk: huizen net opgeknapt, straks moeten ze plat
In dit artikel:
Bewoners van een dorp in Moerdijk kregen recent te horen dat hun plaatsen moeten wijken voor industrie, waardoor hun huizen binnen jaren mogelijk gesloopt worden. Het nieuws kwam dinsdagavond naar buiten en maakte woensdagochtend veel bewoners geschokt en onzeker.
Robin den Hartog, die zeven jaar geleden zijn hoekwoning kocht en recent veel in verbouwing investeerde (dubbel glas, nieuwe badkamer), zegt dat hij niet weg wil en vreest dat de gemeente te weinig compensatie zal bieden. Hij loopt ook kans zijn baan bij het slechtlopende Leen Bakker te verliezen. Een jong stel met een baby — pas drie jaar eigenaar — voelt zich aan het lijntje gehouden en zit met vragen over wanneer ze moeten vertrekken, of ze voorrang krijgen bij nieuwe woningen en hoe de vergoeding eruitziet. Hoogbejaarde bewoners Egbert en Rita Veldhuis (84) hebben hun huis zorgvuldig opgeknapt, wisten niet dat het dorp zou verdwijnen en zien weinig toekomstzorgen: “voordat alles op de schop gaat, leven wij toch allang niet meer,” zeggen ze over een mogelijk eindjaar rond 2033.
Sommigen proberen zich aan te passen: Theo Buijs verkocht zijn oude huis en kocht net weer in Moerdijk — ook die woning valt mogelijk binnen tien jaar onder het plan — terwijl bouwers, zoals aannemer Werner van der Maden, het wrang vinden dat recent bijna voltooide ‘levensloopbestendige’ woningen waarschijnlijk kort na oplevering alweer verdwijnen (oplevering onder andere op 22 december). Huurder Manuel van Gils reageert nuchter en ziet de situatie mogelijk als aanleiding om emigratieplannen te versnellen.
Samengevat: de maatregel veroorzaakt veel onrust over financiële compensatie, woonzekerheid en toekomstperspectief; bewoners verschillen van verontwaardigd en bang tot nuchter of gelaten, terwijl bouwers en gemeente met de praktische en morele gevolgen zitten.