Van land naar pand, Maashorst wil meer inzetten op biobased bouwen
In dit artikel:
De gemeente Maashorst wil minder met steen werken en meer bouwen met biobased materialen zoals vlas, hout, hennep en stro. Het doel: in 2030 moet 30% van de nieuwbouwwoningen en renovaties voor ten minste 30% uit biobased materiaal bestaan. Donderdag tekende wethouder Jeroen van den Heuvel de intentieverklaring “Deal Veur Mekaar” samen met boeren, bouwbedrijven en andere gemeenten om die ambitie te realiseren.
Met de overeenkomst spreken partijen af kennis en ervaring over biobased bouwen te delen, zodat het gebruik van deze materialen in de praktijk versnelt. Bedrijven uit de regio, onder wie het Schaijkse Van der Heijden, beginnen al met toepassingen; in het project Akkerwinde III worden biobased materialen toegepast als proef. Provinciale samenwerking, woningcorporaties, financiers en bouwers werken aan een regionaal bouwplan om concrete projecten op te zetten.
Volgens Van den Heuvel levert biobased bouwen een flinke CO₂-reductie op, ook al zijn er nog geen exacte cijfers beschikbaar; hij vergelijkt bijvoorbeeld de hoge CO₂‑belasting van glaswol met veel lagere emissies van natuurlijke isolatiematerialen zoals stro. Daarnaast verwacht de gemeente dat bouwen met biobased materialen niet ten koste gaat van het aantal woningen en geen prijsopdrijvend effect heeft — in sommige gevallen kan het ook sneller bouwen mogelijk maken.
Kortom: Maashorst zet in op een netwerkgerichte aanpak om duurzame, natuurlijke bouwmaterialen in de regio structureel in te voeren en met proefprojecten en kennisuitwisseling die transitie vóór 2030 zichtbaar te maken.