Vecht VDL tegen de bierkaai? 'Structureel verlies op bussen ongezond'
In dit artikel:
VDL probeert zijn verliesgevende busdivisie te redden door productie van ov‑bussen te concentreren in Roeselare (België), terwijl in Valkenswaard voortaan alleen touringcars worden gebouwd en de organisatie van VDL Bus & Coach dichter bij de fabrieken wordt geplaatst. Topman Willem van der Leegte zegt dat de ingreep bedoeld is om efficiency en leverbetrouwbaarheid te verbeteren nadat de introductie van een nieuwe generatie elektrische stadsbussen stokte door ontwerpproblemen en onderdelentekorten, wat tot vertraagde leveringen leidde.
Als gevolg van die problemen schrijft VDL voorlopig minder actief in op aanbestedingen: klanttevredenheid en herstel van de leveringszekerheid hebben prioriteit boven snelle groei van de orderportefeuille. Tegelijk staat het concern onder druk door nieuwe, grootschalige Chinese busfabrikanten die met lage kosten snel marktaandeel winnen; VDL ziet alleen kwaliteit en energiebesparing als concurrentievoordelen die het kan uitspelen.
Om de kostprijs te verlagen nam VDL vorig jaar een touringcarfabriek in Noord‑Macedonië over van het failliete Van Hool. Volgens Van der Leegte is het loonniveau daar vele tientallen euro’s per uur lager (circa €70 verschil), wat bij duizenden manuren per bus substantieel scheelt. Deze locatie kampt echter ook met exportproblemen: Amerikaanse importheffingen op bussen en staal en een verzwakte dollar maken die markt lastig bereikbaar, waardoor klanten orders uitstellen of elders kopen.
VDL pleit voor een Europees gelijk speelveld tegen goedkope Chinese importen en opperde zelfs stevige importtarieven als tegenwicht. Als extra optie onderzoekt het bedrijf ook het inkopen van goedkopere onderdelen in het buitenland en het uitvoeren van eindassemblage in Nederland. Van der Leegte houdt de uitkomst van de reorganisatie afwachtend: "We gaan eerst maar eens proberen of dit lukt," en besluit daarna pas over volgende stappen.