Vitesse heeft recht op vergoeding vertrokken spelers, maar RKC en Willem II hoeven niét te betalen
In dit artikel:
Sinds Vitesse opnieuw een proflicentie kreeg en terugkeert in de Keuken Kampioen Divisie, kan de club met terugwerkende kracht opleidingsvergoedingen opeisen voor jeugdspelers die zijn vertrokken. Volgens de KNVB-regels mag Vitesse tot dertig dagen na de overschrijving zo’n vergoeding aanvragen; dat punt werd woensdag/donderdag besproken in een videocall tussen clubdirecteuren, zo bericht De Gelderlander.
Niet alle vertrekkers leveren echter geld op. Spelers die destijds al een professioneel contract hadden en waarvoor Vitesse een beëindigingsovereenkomst tekende, komen niet in aanmerking voor vergoeding omdat die contractbeëindiging niet meer kan worden teruggedraaid. De vergoeding geldt vooral voor spelers zonder contract toen ze weg gingen — een voorbeeld daarvan is Fabian Huetink, die naar De Graafschap verhuisde.
Voor RKC en Willem II heeft de terugkeer van Vitesse naar verluidt geen financiële gevolgen. RKC nam Loek Postma (voornamelijk opgeleid bij AZ) en Tim van der Leij over; Van der Leij tekende echter zijn eerste profcontract bij Vitesse twee weken vóór het intrekken van de licentie, waardoor Vitesse daar geen eisen kan stellen. Ook Willem II hoeft niets te betalen voor Anass Zarrouk, omdat hij sinds afgelopen zomer onder contract stond in Arnhem.
Kort samengevat: Vitesse kan binnen de KNVB-termijn opleidingsvergoedingen vragen voor oncontracteerde jeugdvertrekkers, maar niet voor spelers van wie eerder een contract is beëindigd.