Waarom maakt een tuin gelukkig? en andere filosofische vragen van tuinvrouw Martje van den Bosch
In dit artikel:
In Demen openen Martje van den Bosch en haar partner Fridtjof Bremer al 36 jaar hun zorgvuldig samengestelde siertuin van 1,5 hectare voor publiek; jaarlijks komen er 4.000–5.000 bezoekers. Uit de borders steken in augustus felle kleuren: oranje, geel, rood, paars en roze. De tuin telt naar schatting 4.000–5.000 planten, bloemen en heesters, en bezoekers willen vooral weten welke soorten er staan, wanneer ze bloeien en welke combinaties werken. Om die praktische kennis en inspiratie te delen publiceert Martje een boek over de Tuinen in Demen: Tuinen van verwondering.
Het boek biedt zowel praktische informatie (plantennamen, bloeitijden, beplantingscombinaties) als persoonlijke reflecties. Vanuit haar achtergrond als filosoof onderzoekt Martje vragen als wanneer een tuin het mooist is, welke rol groen speelt voor geluk en of het kennen van een naam het genieten beïnvloedt. Ook bevat het verhalen van vaste gasten die emotioneel verbonden zijn geraakt met de plek — zo bezocht een regelmatige gast de tuin kort voor zijn overlijden en stond een foto van hem later op de kist.
Martje en Fridtjof, die ooit hun banen als docente en werktuigbouwkundig ingenieur opgaven, werken zeven dagen per week aan de tuin; Fridtjof zorgt voor structuur en vorm, Martje voor kleur en soorten. Ze willen geen wandelend plantenbestand met naambordjes: “Het moet hier geen tuincentrum worden,” zegt Martje. Het boek wordt op 7 september gepresenteerd aan circa 120 genodigden en op 13 september signeert Martje bij boekhandel Derijks in Oss (14.00–16.30 uur). De Tuinen van Demen zijn deze seizoen nog te bezoeken tot 31 augustus; daarna wordt veel teruggesnoeid en worden zo’n 20.000 bloembollen geplant ter voorbereiding op het volgende voorjaar.