Wim legt in 30 jaar zowel de schoonheid als de wreedheid van de natuur vast
In dit artikel:
Wim van Passel (79) uit Vught stopt na een dertig jaar durende carrière als natuurfotograaf. In die periode maakte hij zo’n 65 expedities voor het Wereld Natuur Fonds, waarvan 39 naar het poolgebied, en verzamelde hij tienduizenden foto’s van landschappen en dieren over de hele wereld: van de Noorse fjorden — waar zijn liefde voor ongerepte natuur begon — tot Noord- en Zuid-Amerika, Afrika, Siberië, de Himalaya, Australië, Groenland en beide polen.
Zijn drijfveer was duidelijk: vastleggen wat door klimaatverandering snel verdwijnt, vooral voor latere generaties. Dat zag hij ook persoonlijk: op zijn eerste reizen lagen gletsjers nog in zee, later zag hij ze verder smelten. Het poolgebied bleef zijn voorkeur; hij bezocht het bijna veertig keer en noemde het zowel schitterend als confronterend.
Van Passel maakte beelden van zowel schoonheid als rauwe natuur: het noorderlicht, pinguïns, ijsberen en ook jacht- en doodsituaties. Een indringende herinnering is het moment waarop een ijsbeermoeder een pasgeboren zeehondje doodde om haar eigen jongen te voeren — zo’n scène weegt zwaar en legde hij vaak bewust niet vast. Hij benadrukt dat hij zelden het dodelijke ogenblik fotografeert uit respect voor de betrokkenen.
Praktisch vakmanschap speelt volgens hem een kleinere rol dan vaak gedacht: moderne camera’s maken het technische deel makkelijker; de echte kunst is geduld, veel in de natuur zijn, goed kijken en een portie geluk. Tegelijk eisten de lange, zware reizen hun tol op zijn gezondheid. Vlak voor de coronapandemie maakte hij zijn laatste grote WNF-expeditie naar Amerika; daarna koos hij ervoor kleinere projecten te doen en werkte hij aan een boek met 25 jaar aan verhalen en foto’s. Dat boek verschijnt dinsdag.
Reflecterend noemt Van Passel het werk “zwaar maar een voorrecht”: hij droeg soms vijftien kilo apparatuur over ijs en door woestijn, maar heeft daardoor unieke, vrijwel ongeziene natuurmomenten vastgelegd. Zijn overzichtswerk biedt een beeld van zowel de pracht als de kwetsbaarheid van de laatste restjes ongerepte natuur.