Zware dag voor nabestaanden van Stint-drama: 'Alles komt weer naar boven'
In dit artikel:
Op de eerste zittingsdag van het strafproces rond het Stint-drama stond in Den Bosch vooral technische uitleg over het voertuig centraal. Twee leidinggevenden van bedrijven achter de Stint verschenen voor de rechter; het Openbaar Ministerie beschuldigt hen ervan een gevaarlijk voertuig te hebben verkocht terwijl zij op de hoogte zouden zijn van tekortkomingen. Onder meer zouden de remmen niet in orde zijn geweest, ontbrak een aanwezigheidsdetectie en kon de aandrijving onbedoeld in de hoogste stand schakelen — punten die het OM als oorzakelijke risico’s aandraagt voor het ongeval in Oss waarbij vier kinderen om het leven kwamen.
Nabestaanden waren in de rechtszaal aanwezig; hun woordvoerder Lars Walders beschreef de dag als emotioneel zwaar omdat veel herinneringen weer boven komen. Donderdag krijgen de families zelf het woord om te vertellen wat het ongeluk met hen heeft gedaan, iets wat zij als belangrijk onderdeel van de zitting zien. De verdachten ontkennen schuld; namens de ondernemers zei Edwin Renzen dat men intensief heeft meegewerkt aan onderzoeken en dat er volgens hen geen technisch defect was aan de Stint die in Oss werd gebruikt.
De rechtbank heeft zes zittingsdagen gereserveerd voor de zaak. Familieleden kunnen de behandeling live volgen en beslissen per dag of ze in de zaal aanwezig blijven. Ter context: de Stint is een elektrisch vervoermiddel dat in Nederland werd gebruikt om kinderen te vervoeren, en het ongeluk in Oss leidde tot brede maatschappelijke en veiligheidsdiscussies.